Een van de eerste schrijflessen waarmee ik om de oren werd geslagen: schrijven is schrappen. Larie, dacht ik. Op de schoolbanken heb ik geleerd om volzinnen te schrijven. Basta. En dan komt zo’n schrijfcoach doodleuk vertellen dat mijn verhaal te zwaar is, te wollig, te saai. En dat ik moet schrappen, korter schrijven, minder uitleggen, elliptische zinnen maken. Na afloop is mijn verhaal van 3.000 woorden gereduceerd tot een prulletje van 987 woorden. Het prulletje vliegt in de prullenbak. Mijn hart bloedt.
Eén opdracht: helder schrijven
Of je nu verhalen schrijft, blogs, rapporten, whitepapers, reglementen, processen verbaal, je hebt maar één opdracht: helder schrijven. Je lezer moet begrijpen wat je schrijft. Een middel daartoe is schrappen.
Wat schrap je dan?
Er zijn boeken vol geschreven over schrijven en schrappen, ik ga het hier niet overdoen. Ik beperk me tot één aspect waar ik het persoonlijk zeer moeilijk mee heb en waar ik me vaak aan bezondig: uitleg geven.
Maar als je schrijft, geef je toch uitleg?
Ja en nee. Het is belangrijk om een onderscheid te maken tussen fictie (verhalen, gedichten) en non-fictie (essays, verhandelingen, memoires …). Wat is het verschil?
Fictie is emotie, non-fictie is informatie.
Voilà. Simpel.
Op school hebben we vooral geleerd om non-fictie te schrijven: een opstel over een uitstap naar Plopsaland, een verhandeling over de voedselvoorziening in middeleeuwse abdijen, een boekbespreking over La Peste van Camus, een essay over de jaarlijkse trek van de Danaus plexippus. Liefst in volzinnen met een onderwerp, een werkwoord, een lijdend en meewerkend voorwerp, hoofdzinnen en bijzinnen, in onderschikkend en nevenschikkend verband. Behoorlijk saai allemaal, maar ze hebben één doel: informatie verstrekken.
Hoe zit het dan met verhalen schrijven? Dan moet je net het omgekeerde doen: niets uitleggen, suggestief zijn, vragen opwerpen, spanning creëren, emoties doen oplaaien, de verbeelding prikkelen. De lezer moet zelf invullen wat er speelt. Het liefst zet je hem voortdurend op het verkeerde been, verras je hem en soms, nou ja, hou je de zot met hem, op een respectvolle manier.
Dus hier komt mijn goede raad voor fictieschrijvers: schrap alles wat ruikt naar uitleg.
Is non-fictie dan per definitie saai?
Tuurlijk niet. Non-fictie gebruikt ook storytelling, denk maar aan blogs en marketingteksten. De beste non-fictieboeken die ik de voorbije drie jaar las, waren zonder uitzondering boeiender dan veel romans. Sapiens bijvoorbeeld, van Yuval Noah Harari. Zo ook de schrijfboeken van Sol Stein en Jan Brokken. Ze hebben allemaal één ding gemeen: ze lezen als een roman, geen woord te veel of te weinig, helder van begin tot eind. Om dat soort helderheid te bekomen is zeer veel geschrapt.
Zelf heb ik daar een uitspraak over: goede schrijvers maken van een complex gegeven een helder verhaal. Slechte schrijvers maken van een helder gegeven een complexe woordenbrij.
Please darling, don’t kill me!
Kill your darlings is ook zo’n dooddoener. Ik heb er al veel geëlimineerd, darlings, maar ik heb er ook al veel gratie verleend. Bij elk verhaal houd ik een knip- en plakboek bij in Word, met todo’s, ideeën, documentatie, foto’s, links. Eén van de vaste onderdelen daarin is: ‘Snoeisel’. Dat zijn fragmenten die uit verhalen zijn weggesnoeid maar die ik toch te mooi vond om ze naar het containerpark te brengen. Je weet maar nooit dat zo’n fragment kan gerecycleerd worden in een ander verhaal.
Voorbeeld 1: overbodige uitleg
In Meisje aan de Overkant schreef ik:
Opgelucht dat ze niet boos was na het onthutsende voorval van de dag ervoor, nam hij plaats op een barkruk, met de rug naar de tapkast.
Niets aan de hand. Toch? Mijn redacteur deed er dit mee:
Opgelucht dat ze niet boos was na het onthutsende voorval van de dag ervoor, nam Hij nam plaats op een barkruk, met de rug naar de tapkast.
Commentaar: André, de beste manier om een verhaal om zeep te helpen, is van alles gaan uitleggen. Laat de lezer zijn hersenen gebruiken.
Klaar en duidelijk. Waarom mocht dit weg? Omdat ik in de tekst ervoor al had 'getoond' dat het meisje niet boos was.
Voorbeeld 2: gemelk
Nog steeds in Meisje aan de Overkant, schreef ik deze meer dan poëtische zin:
Hij weende in stilte, in zijn bekrompen wereldje van voorheen, een goudvisje in een bokaaltje, bang om in de grote mensenvijver rond te zwemmen, terwijl zij misschien lag weg te rotten in een donkere kuil diep onder de grond.
Redactie:
Hij weende in stilte. in zijn bekrompen wereldje van voorheen, een goudvisje in een bokaaltje, bang om in de grote mensenvijver rond te zwemmen, terwijl zij misschien lag weg te rotten in een donkere kuil diep onder de grond.
Commentaar: Dit voelt als ‘melken’, als ‘rekken’.
Van mijn darling, mijn lieftallige goudvisje in dat poëtische bokaaltje, geen spoor meer.
Dat is schrappen.
Meer weten?
Schrijven is schrappen van Hans Hogenkamp is wat mij betreft een absolute aanrader in de edele kunst van het schrappen. In het e-book kan je bovendien notities opslaan en markeringen aanbrengen zodat je er later kan door scrollen op zoek naar wat voor jou echt belangrijk is.
Vond je dit artikel interessant? Aarzel niet om je hieronder in te schrijven voor mijn fanclub.