Filips van Chieti
Hij was de jongste zoon van graaf Gwijde van Dampierre uit zijn eerste huwelijk. Hij was een listig en briljant strateeg en legeraanvoerder en bleef gedurende de hele Frans-Vlaams oorlog na 1302 militair de evenknie van Filips de Schone. We hebben het over de ‘Italiaanse graaf’, de geduchte graaf Filips van Chieti (ki-ee-ti) en Loreto, vazal van Karel van Anjou in Italië. In 1303 stond hij al zijn leengoederen af aan zijn leenheer en keerde terug naar Vlaanderen om er als graaf-regent de leiding te nemen over het Vlaamse leger.
Toch kwam hij niet zozeer om te vechten maar om vrede te brengen. Dat deed hij ook. Hij was aan Vlaamse kant de architect van de vrede van Athis-sur-Orge. Vlamingen en historici zijn tot op de dag van vandaag verontwaardigd over de slechte voorwaarden die hierin werden opgenomen voor Vlaanderen. Toch heeft deze Filips van Chieti en Loreto alles uit de brand gesleept wat maar kon, in een onderhandelingssituatie waar hij alles tegen zich had. In mijn roman Het Graafschap zijn we aanwezig tijdens de vredesbesprekingen zodat duidelijk wordt hoe deze Ellendige Vrede tot stand kwam.
Maar hij was niet alleen een briljante strateeg maar ook een vooruitstrevende vorst. In 1303 bracht hij rust in Ieper na een opstand waarbij verschillende stadsmagistraten werden vermoord. Kortrijk, dat erg had geleden onder de belegering in 1302, kreeg van hem een jaarmarkt, een bijzonder voorrecht in die tijd. Aan Brugge verleende hij de zogenaamde ‘derde keure’, een ‘groot privilege’ dat beschouwd wordt als een van de eerste vormen van democratie in België. Hierdoor kreeg de stad een schepenbank en een raad bestaande uit 13 leden, telkens met een eigen burgemeester. In beide organen waren 1 poorter en 8 leden uit de gilden en ambachten vertegenwoordigd. Dit systeem bleef decennialang overeind. Ook Damme verkreeg dat voorrecht. Het historische stadje eerde hem met een bas-reliëf in de gevel van het stadhuis.
Zijn volgende doel was een eigen bisdom in Vlaanderen. Mensen waren zeer godvrezend en werden om de haverklap geteisterd door banvloeken en interdicten uitgesproken door Franse bisschoppen.
Een banvloek was in die tijd zowat het ergste wat je kon overkomen: je werd verstoken van alle sacramenten. Zonder een christelijke begrafenis was je voor eeuwig verdoemd. Hij zou ook hierin zijn geslaagd, ware het niet dat paus Bonifatius vroegtijdig het loodje legde na een kwaadaardige aanslag door Filips de Schone.
Na de vrijlating van zijn broer Robrecht van Bethune in 1305, keerde Filips van Chieti berooid terug naar Italië. Hij stierf er in 1308. Hij was 45. In geen enkel schoolboek wordt zijn naam vermeld, hij kreeg geen standbeeld, er is geen enkele afbeelding van hem. Wel liet hij verschillende munten na die hij tijdens zijn regeerperiode liet slaan.
Leer hem kennen in mijn roman Het Graafschap.
Wat mij betreft verdient deze man veel meer aandacht in onze vaderlandse geschiedenis. In 1896 kreeg hij van Damme als dank een beeld in de gevel van het stadhuis. Het vierde beeld van links stelt de Italiaanse graaf Filips van Chieti en Loreto voor.
Dat hij voor Damme belangrijk was moge blijken uit de namen van de anderen (v.l.n.r.): Filips van de Elzas, Johanna en Margareta van Constantinopel, Karel de Stoute en zijn echtgenote Margareta van York (Bron foto: Wikipedia).