We shall fight on the beaches, we shall fight on the landing grounds, we shall fight in the fields and in the streets, we shall fight in the hills; we shall never surrender. De legendarische speech van Churchill uit 1940. We hebben het over de parallelle structuur, een krachtig stijlmiddel gehanteerd door de groten der aarde.
Steven Pinker heeft het erover in Gevoel voor Stijl. Dit is er eentje van zijn hand:
Hoe zorgen we ervoor dat lezers het onderwerp doorhebben, de essentie begrijpen, de spelers niet uit het oog verliezen en het ene idee uit het andere zien ontstaan?
Wat is een parallelle structuur?
Een parallelle structuur bestaat uit opeenvolgende woordgroepen (niet noodzakelijk herhalingen) met eenzelfde opbouw. Het is een van de oudste, krachtigste en meest geliefde stijlmiddelen in proza, in zowel fictie als non-fictie. Toch lees je er zelden over.
Waarom zijn ze zo nuttig? In De hond van Pinker heb ik het over de hersenactiviteit van de lezer: een lezer bewaart aan de lopende band woorden in zijn ‘werkgeheugen’. De laatst gelezen woorden blijven het langst hangen. Elke woordgroep met dezelfde opbouw als deze ervoor, deze die nog vers in het geheugen ligt, wordt daardoor vlotjes opgenomen. Meer nog. Parallelle structuren kunnen daardoor op een indrukwekkende wijze ideeën, beelden en emoties oproepen omdat de opeenvolgende onderdelen elkaar versterken.
Veel schrijfcoaches, al dan niet zelfverklaard, hebben nog nooit van parallelle structuren gehoord. Ze prediken dat je als schrijver je zinnen moet afwisselen qua structuur, om eentonigheid te voorkomen. Ook blogs, schrijfmagazines en auteurs hebben het er zelden over. Parallelle structuren creëren nochtans een krachtig ritme dat met losstaande zinnen minder makkelijk te bereiken valt.
Wie is Steven Pinker?
Steven Pinker is een Canadees-Amerikaanse psycholoog en psycholinguïst. Hij staat op tal van lijstjes van meest invloedrijke denkers ter wereld. Psycholinguïstiek bestudeert de onderlinge relatie tussen taalkundige en psychologische processen. Tot zover de moeilijke woorden. Over naar enkele schitterende voorbeelden. Veel leuker dan al die theorie.
Voorbeelden uit de literatuur
J.M. Coetzee - Wereld en wandel van Michael K
Met twee rake parallelle woordgroepen beschrijft Coetzee de gruwel die Anna K ervaart in een ziekenhuis:
Ze had vijf dagen op een gang gelegen, omringd door tientallen slachtoffers van steek-, schiet- en vechtpartijen die haar wakker hielden met hun gekerm, en genegeerd door verpleegsters die geen tijd hadden om een oude vrouw op te vrolijken op een moment dat er overal jongemannen op de meest spectaculaire wijzen lagen dood te gaan.
Valérie Perrin - De bijzondere levens van Violette
Violette wil meer te weten komen over de moeder van een intrigerende vriend:
We zouden het over de passies van uw moeder kunnen hebben. Als ik “passies” zeg, bedoel ik niet per se toneel of bungeejumpen. Maar gewoon, wat haar lievelingskleur was, de plek waar ze graag wandelde, de muziek die ze graag beluisterde, de films die ze keek, of ze katten had, of honden, bomen, wat ze zoal deed, of ze van de regen, de wind of de zon hield, wat haar favoriete seizoen was…’
Perrin had in plaats van dit pareltje ook kunnen schrijven: Vertel eens over uw moeder. Maar dat klinkt als een dooie mossel.
Deze is wat minder vrolijk:
De dood neemt nooit pauze. De dood kent geen zomervakantie, geen feestdagen, geen afspraken bij de tandarts. Daluren, massale uittochten, de Autoroute du Soleil, de vijfendertigurige werkweek, betaald verlof, eindejaarsfeesten, geluk, jeugd, zorgeloosheid, mooi weer, enzovoorts, de dood heeft lak aan alles. De dood is er gewoon, overal, altijd. Niemand denkt er echt aan, anders word je gek. De dood is net een hond die voortdurend om je benen slalomt, maar waarvan je pas merkt dat hij er is als hij je bijt. Of, erger nog, als hij een geliefde bijt.
Parallelle structuren hoeven dus niet aaneensluitend te zijn. Ze kunnen gerust onderbroken worden door een zin of een andere parallelle structuur, zolang ze maar niet te ver uit elkaar liggen.
Dimitri Verhulst – Godverdomse dagen op een godverdomse bol
Deze godverdomse parallelle structuur met 4 godverdomse lange zinnen leest als een godverdomse trein:
Daarmee zit ’t nu met een nieuwe keizer opgescheept, één die stijf staat van de paranoia omdat hij als geen ander beseft dat er altijd wel ergens wijven zijn die hun zoon de troon op willen; één die lastige senatoren de dood in jaagt en de bijl laat zetten in de nek van elkeen die hij niet vertrouwt; een zwartgallige en depressieve heerser die zich terugtrekt op een eiland en van daaruit doodsvonnissen uitvaardigt over de verdachten van de stad; één die in dekens wordt gewurgd om andermaal een andere en een betere op de troon te hijsen.
Mario Vargas Llosa - Het ongrijpbare meisje
Deze zin in hoofdstuk 1 is al meteen een voorbode van de obsessie van de hoofdpersoon voor de ongrijpbare Lily (in dit fragment speelt Lucy, de zus van Lily, voor chaperonne).
Maar ook al moest ik vanwege Lucy’s nabijheid bepaalde onderwerpen in onze gesprekken mijden, het was toch een feest om bij haar te zijn, te zien hoe haar lange lokken dansten als ze haar hoofd bewoog, te kijken naar de ondeugende schittering in haar ogen die de kleur hadden van donkere honing, te luisteren naar haar zo afwijkende manier van praten en af en toe, stiekem, in het decolleté van haar strakke bloesje een glimp op te vangen van die ronde borstjes die al begonnen te ontluiken en die ongetwijfeld stevig en zacht waren als pasgeplukt fruit.
Nog eentje, zo mogelijk nog sensueler:
Lily danste heerlijk ritmisch, heel gracieus en met een glimlach op haar lippen, terwijl ze de tekst van het lied meeneuriede, haar armen in de lucht gooide, haar knieën liet zien en haar heupen en schouders op zo’n manier bewoog dat haar hele lichaam, waarvan de rondingen zo schalks werden geaccentueerd door haar rokje en bloesje, leek te kronkelen en te vibreren en van haar kruin tot aan haar voeten leek deel te nemen aan de dans.
Geef toe. Die heeft het goed te pakken.
Arthur Japin – Een schitterend gebrek
In deze Libris Literatuur Prijs winnende roman uit 2004 vind je op elk van de eerste drie bladzijden een parallelle structuur. De derde vond ik het mooist:
Het is dat mijn decolleté onverantwoord diep was uitgesneden; het is dat ik bepaald niet zonder zonden ben; het is dat mijn gedachten die avond verre van verheven waren; het is dat ik niet het soort vrouw ben aan wie een hogere macht ook maar een kwartiertje van zijn tijd zou verdoen, anders zou je nog gaan denken dat God zelf of anders de duivel voor zijn vermaak in de hele opzet een handje heeft gehad.
Connie Palmen - Jij zegt het
Niet dat ik hoog oploop met die Libris, maar dit is er ook een. Je vindt parallelle structuren in twaalf van de eerste negentien alinea's (1, 2, 5, 6, 7, 8, 11, 14, 15, 16, 17, 19). Hoeveel? Ik raakte de tel kwijt. Misschien net iets teveel van het goede. Toch is het een woeste, striemende opening. Deze vond ik het strafst:
Haar naam is mijn naam.
Haar dood is mijn dood.
Michael Chabon - De Wonderlijke Avonturen Van Kavalier & Clay
Het hoeven dus niet altijd lange structuren te zijn. Kort en krachtig is ook mooi:
Houdini was de held van kleine mannen, stadsratten en joden; Samuel Louis Klayman was dat alle drie.
Dennis Lehane – De vrouw in de spiegel
Je vindt parallelle structuren ook niet uitsluitend in het zogenaamde literaire werk. De betere thrillerschrijver bedient er zich evengoed van. Zoals Dennis Lehane, die in deze drie korte zinnen vol ritme een personage neerzet waar niet mee te sollen valt:
Ze ging geen kamer binnen, ze stormde naar binnen. Ze hield zich niet bezig met collega’s en vrienden, ze verzamelde ze om zich heen. Je zag haar nooit even wegdoezelen, ze leek zelden moe en niemand kon zich herinneren dat ze ooit ziek was geweest.
Kate Morton – De vergeten tuin
Ook bij de (gothic) romancier vind je al snel deze techniek.
Een voor een las hij de in zijn kleine zwarte handschrift genoteerde punten op zijn lijstje voor: hoe trots hij en zijn vrouw altijd op Nell waren geweest; hoe gezegend ze zich hadden gevoeld toen zij als een verhoord gebed bij hen kwam. Hoe dol ze op Danny waren en hoe verrukt Lil was geweest toen ze kort voor haar overlijden van de verloving hoorde.
Voorbeelden uit beroemde toespraken
In de I have a dream speech van Martin Luther King uit 1963 zit een indrukwekkende parallelle structuur waarin hij vijf zinnen na elkaar begint met I have a dream, gevolgd door pakkende beelden over slavernij, onderdrukking, vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Barack Obama gebruikte in zijn 12 minuten durende speech uit 2008 niet minder dan 12 keer de uitdrukking Yes, we can. Daarbij liet hij opeenvolgende zinnen op dezelfde manier beginnen en eindigen.
Volodomir Zelensky etaleert deze techniek in vele van zijn dagelijkse toespraken tot het Oekraïnse volk naar aanleiding van de niet uitgelokte agressie van Rusland.
Eigen voorbeelden
Meisje aan de Overkant
Dit komt uit mijn debuutroman Meisje aan de Overkant:
Hij keek naar het altaar waar pa en ma elkaar eeuwige trouw hadden beloofd, verliefd tot over hun oren, met Marcel, die nog niet wist dat hij Marcel zou heten, wriemelend in ma’s buik. Ze hadden plannen gesmeed, een boerderij gekocht, een elektro winkel geopend, keihard gezwoegd en alles verloren.
Hier zien we René, mijmerend over zijn liefje:
Hij probeerde zich Gina voor de geest te halen, het timbre van haar Mary Hopkinstemmetje, de twinkeling in haar ogen als ze hem dromer noemde, het aroma van haar satijnzachte huid. Gina die zo mooi Engels sprak maar niet kon zingen, die zo mooi kon dansen maar niet kon rekenen, die jurken wilde naaien maar geen naaimachine had, die liever in magazines bladerde dan boeken te lezen. Gina die Marilyn Monroe kon imiteren en kon kussen als grote mensen. Gina die zo van dieren hield dat ze zelfs niet wilde dat hij een kever doodtrapte. Beelden, kleuren, geuren en geluiden die weg siepelden uit zijn geheugen als korreltjes zand tussen de spleetjes van zijn vingers.
De Parisienne
Volgende bouwinstructies komen uit De Parisienne, mijn tweede roman.
De kreupele versie:
Ze sloopten verschillende tussenmuren. Draagbalken en zuilen namen hun plaats in. De valse plafonds werden bekleed met lamellen. Parket en vast tapijt vervingen de oude vloeren.
De afgewerkte versie met 3 parallelle zinnen:
Tussenmuren werden gesloopt en vervangen door draagbalken en zuilen, valse plafonds werden neergehaald en bekleed met lamellen, vloeren werden bedekt met parket en vast tapijt.
Niet meteen erg poëtisch proza, maar wel krachtig en beknopt. Bouwwerken hoeven niet breedvoerig te worden besproken in proza.
Deze is wat poëtischer:
Even later kwam ze terug, gevolgd door een vrouw in een schort met vlekken, een verschoten jurk met een flets bloemenmotief, versleten wollen pantoffels van het soort dat bejaarde mensen dragen. Ze zag ziekelijk bleek en had blauwe schaduwen in de oogkassen. Haar papierachtige huid zat strak over haar schonkige jukbeenderen en haar haren staken in pieken omhoog als de bolster van een kastanje.
Met Lijf en Ziel
Parallelle structuren hoeven niet aaneensluitend te zijn. Ze kunnen ook een heel andere opbouw hebben, zoals deze 1-2-1 structuur uit Graniet, een van mijn korte verhalen:
Weet je wat ik vandaag voelde toen hij lag te branden? Hoe ik voor me zag hoe hij lag te sudderen, hoe zijn oogbollen ontploften, zijn beenderen verpulverden tot er niets van hem overbleef? Weet je wat ik voelde, Famke? Plezier!
Eentje uit mijn kort verhaal De Ogen van Julia:
Nog eenmaal kijkt hij om naar de woning waar hij met Julia de mooiste jaren van zijn leven doorbracht, nu een ruïne die ten onder gaat in een oerwoud van distels, bramen en brandnetels, de gevel verminkt door een grillig labyrint van scheuren en barsten, de vezelplaten voor de ramen besmeurd met graffiti, de voordeur aangevreten door houtrot en ratten.
Conclusie
Parallelle structuren zijn fantastische stijlmiddelen, door weinig debutanten gekend, door grote schrijvers omarmd, door lezers van stijlvol proza geliefd. Oeps … alweer eentje.
Parallelle structuren kan je gebruiken in fictie en non-fictie. Ze zijn uitstekend geschikt voor dramatisch effect. En weet je, je kan er probleemloos zinnen mee maken van een bladzijde lang zonder de lezer kwijt te spelen. Niet dat zoiets moet, maar zo tussendoor kan het best wel indruk maken op je lezer. Ga niet overdrijven, maar als er zich ergens eentje schuilhoudt, ga erop af. Gebruik ze spaarzaam, gebruik ze correct, en maak van je werkstuk een uniek parallel universum.
Vond je dit artikel interessant? Aarzel niet om je hieronder in te schrijven voor mijn fanclub.