Een jaar nadat ik begon te schrijven had ik mijn eerste verhalenbundel klaar met veertien korte verhalen. Fier als een kat met zeven staarten vertrok ik naar de lokale bibliotheek, in jeans, een strakblauw jasje en een vers gestreken hemelsblauw hemd. Hoog tijd dat deze plaatselijke tempel van het geschreven woord kennis maakte met het nieuwe aanstormende schrijftalent van de stad. De ontnuchtering lonkte.
Photo by Emil Widlund on Unsplash
De lokale bieb
Het meisje aan de balie was buitensporig vriendelijk en behulpzaam. Tot ik vroeg op welke manier ik mijn meesterwerk in de schappen van de bieb kon krijgen. Mocht ik hen enkele exemplaren verkopen, of moest ik via een of ander mysterieus bibliotheeklabyrint binnen geraken, vertrouwend op de goodwill van de bibliothecaris? Dat was een vraag te ver voor het meisje. Ze stond op en ging het even vragen aan haar diensthoofd. Even later kwam ze terug met de mededeling dat mevrouw geen tijd had en dat ik beter mijn vraag kon stellen via e-mail. Wie zal mijn ontgoocheling niet begrijpen over zoveel tactloos misprijzen voor mijn pas ontloken virtuoos schrijftalent?
Op naar de boekhandel
Twee jaar later. Mijn schrijftalent scheert intussen hoge toppen. Tijd voor het steviger werk: de weg effenen naar de boekhandels. Ik trek opnieuw mijn lokale-schrijver-met-talent-plunje aan en stap de boekhandel binnen waar ik van kindsbeen (we hebben het over een halve eeuw geleden!) klant ben. Als puber kocht ik er regelmatig een Karl May, een strip van Suske en Wiske of Nero en C°. Als ik de uitbater (tot mijn spijt niet meer dezelfde van een halve eeuw geleden) kon uitleggen dat ik zowat zijn oudste klant moest zijn, was mijn broodje gebakken. Mijn vraag was eenvoudig: mag ik een aantal exemplaren afgeven in consignatie zodat u ze kan verkopen.
'Dat doen we niet, meneer.'
'Koopt u ze liever rechtstreeks aan bij het Centraal Boekhuis?'
'Nee, meneer.'
'Mag ik een paar gratis exemplaren achterlaten?'
'Dat heeft geen zin, meneer.'
'Hoezo?'
'Ik koop elk jaar zesduizend boeken en die moet ik allemaal verkocht krijgen.'
'Maar die van mij zijn gratis, je moet ze niet kopen, alleen verkopen, pure winst,' (vreemd hoe snel ik met de billen bloot ga om een boek te verkopen).
'Boeken van onbekende schrijvers, daar begin ik niet aan.'
Boekhandelslogica.
Ik kijk overigens op van dat aantal, want zo groot is zijn boekhandel nu ook weer niet.
Ik mummel een onhoorbaar 'oké' en wandel naar buiten.
Komaan Van Butsel, laat je kop niet hangen. Laat je je nu waarachtig uit het lood slaan door een nee van de eerste de beste slecht gehumeurde botte boekhandelaar? Moet je daarom zo oud zijn geworden? Precies daarom verdorie!
Naar de boekenketen rechtover
Wat verder aan de overkant zie ik een filiaal van de Standaard Boekhandel. Zou ik? Natuurlijk! Vooruit met de geit. Op weg naar de toonbank weet ik wel zeker dat ik ook hier een njet zal krijgen. Een boekenketen, komaan Van Butsel, waar zit je met je gedachten?
Wat raad je? De filiaalhoudster is op een ietwat gereserveerde manier erg vriendelijk en ik mag als mijn roman gepubliceerd is zeker een aantal exemplaren in consignatie geven. 'En als je een affiche hebt, meneer, of bladwijzers of flyers, breng ze gerust mee.'
'Een signeersessie misschien?'
'Nou ja, dat mag wel hoor, maar ik zou het niet aanraden. Je zal je tijd verdoen en hooguit een tweetal boeken verkopen op een hele namiddag. Geloof me, ik heb het zo vaak gezien.'
Dat noem ik nou klantvriendelijkheid. Je vraagt iets en je krijgt het tienvoudige met nog een goede raad erbovenop.
Mijn vreugde was zo groot dat ik vol vertrouwen naar de Standaard Boekhandel in Ronse trok.
De Standaard Boekhandel in Ronse
De uitbaatster van de winkel in Ronse was zo mogelijk nog vriendelijker en behulpzamer. Drie boeken? Breng er gerust tien, meneer. Verder hetzelfde ontradende advies over signeersessies. Maar dan kwam er iets veel beter: 'in het najaar organiseren we een boekenweek en u bent van harte welkom.'
Eindstand?
Gelijkspel: twee positief, twee negatief. Ola! Niet zo vlug. Er zijn verlengingen.
Ik had het nog niet over Nele van de bibliotheek van Ninove die me 's avonds om 23u13 bevestigde dat mijn deelname aan de schrijfwedstrijd van de stad geldig was, over André die ongevraagd een oerdegelijke proeflezing deed van mijn debuutroman, over Marc en Mili die me op elk moment van de dag (en nacht) bijstonden met raad en daad (en af en toe een schop in mijn kont), over Ingrid van Schrijfschool Gent die me steeds weer de goeie kant opduwde, over Erica die me zoveel lof toezwaaide, over Filip die me bij de jaarwisseling een verrassende wens stuurde, over Ilyo die me via Messenger liet weten mijn boek met plezier te willen opnemen in haar unieke boekhandel 't Oneindige Verhaal, over ... Moet ik doorgaan? Ik ben al lang de eindstand kwijt, maar die is absoluut positief.
Laat je als aanstormend schrijftalent dus niet te snel uit het lood slaan.
Noot: Debutanten, de verhalendbundel waarvan sprake, komt na het vroegtijdig terugtrekken wegens overdonderend succes (11 exemplaren verkocht!) nog steeds naar boven in de zoekresultaten van Google. De veertien verhalen van toen heb ik later herschreven en aangevuld met negen nieuwe verhalen. Deze vormen nu de anthologie Met Lijf en Ziel die in december 2022 uitkomt.
Vond je dit artikel interessant? Aarzel niet om je hieronder in te schrijven voor mijn fanclub.